lichess.org
Donate
Tarrasch 300 Schachpartien

Tarrasch 300 Schachpartien

Boekbespreking: Tarrasch' 300 Schachpartien

Chess
Het gebeurt wel eens dat ik een boek bespreek voor het tijdschrift van de Torrewachters. Dit artikel heb ik wat aangepast voor deze blog.

Dat dit boek een klassieker is, weet elke schaker ongeveer, maar wie heeft het ooit in handen gehad en effectief gelezen? Ik kan zeggen dat ik een originele versie in bezit heb gehad (gekocht in de Slegte, gelukkig was het wel geen eerste druk uit 1895), maar door een enorme stommiteit (per ongeluk meegegeven met ... het oud papier) is het boek voorgoed verloren gegaan. Ik heb er een tijdje slecht van geslapen... Laat dat boek net één van de topboeken zijn van mijn schaakboekenverzameling, kom ik door mijn eigen stomme verstrooidheid zoiets tegen...

Je kan natuurlijk een heruitgave aanschaffen (er staat zelfs een gratis pdf op internet), en ik kan het boek iedereen aanraden. Het voordeel van zo’n oud leerboek is dat het niet “verknoeid” is door moderne inzichten of computercorrecte varianten. Het gaat om de hoofdlijnen van de strategie, en dat er nogal wat tactische onvolkomendheden niet besproken worden, moet je erbij nemen – je kan het zelfs zien als een test: ben je alerter dan Tarrasch in zijn commentaren?

De afbeelding hierboven is trouwens niet de originele cover van het boek, maar van één van die heruitgaven. Het is gewoon een prachtig boek, en omdat Tarrasch zijn partijenverzameling redelijk vroeg in zijn carrière begint (nog voor hij nationaal doorbrak), start het dan ook op een toegankelijk - zeg maar regionaal - niveau. Geboren in 1862, dateren zijn eerste partijen van rond 1880. Koppel dit aan zijn eerste edo rating (in 1881) van 2542 (toch een beetje geflatteerd denk ik - zo is zijn dame-uitval naar de koningsvleugel in onderstaande partij wat te lichtzinnig), dan krijg je een idee van de grote speelsterkte die de jonge Tarrasch had. Daarna gaat het echter redelijk snel omhoog met de kwaliteit van zijn partijen (tien jaar later was hij wereldtop met 2673 edo rating), en het duurt niet lang of we krijgen de eerste handicappartijen, wat ik persoonlijk minder interessant vind.

Zoals zo vaak bij mij het geval is, spreekt de eerste partij in een boek mij het meest aan, en dat is hier geen uitzondering. Tarrasch slaagt erin om tientallen jaren voor Ilya Kan een Kan-Siciliaan (met verwisselde kleuren) op het bord te krijgen.

https://lichess.org/study/NDOq09ab/48uxtvBs

Het lijkt een gewone partij, maar er zit één specifiek element in, wat ik ook nu nog vaak meeneem in mijn evaluatie van sommige stellingen. De loper op c1 wordt in deze partij nooit ontwikkeld, maar speelt toch een rol. Dat wit zelfs Tf1-f2-b2 speelt om zijn torens te verdubbelen op de b-lijn, zonder de Lc1 te verplaatsen, is een idee dat in verschillende openingen voorkomt, het meest misschien nog in de klassieke (Steinitz) variant van het Frans, waar de Th1 soms naar de damevleugel gaat (via h3), terwijl wit graag lang wacht met de ontwikkeling van zijn Lf1.

In de derde partij toont Tarrasch dat hij zijn klassiekers kent, in een partij die verwant is aan de operapartij van Morphy. Naast zijn deskundige commentaar, zijn ook de inleidende teksten per tornooi de moeite waard om te lezen. Zo herkennen we de typische valstrik van sterke spelers, wanneer hij in hoofdstuk 9 (over Leipzig 1888) schrijft dat - na eerdere successen - hij een terugval kent. Hij wijt zijn slechte spel niet aan toevalligheden of uitzonderlijke vorm van zijn tegenstanders, maar aan het feit dat hij overmoedig geworden is, en ervan uitgaat dat zijn speelsterkte op zich al voldoende is om zijn tegentanders te verslaan: "Allein ich war mir wohl bewusst, dass ich meine Niederlage nicht dem Mangel an Spielstaerkt, sondern dem Mangel an Anwendung meiner Speilstaerke zu verdanken hatte." Hij speelt oppervlakkig, wacht tot zijn tegenstander instort om het punt te incasseren - wat hem slecht bekomt - zelfs als de stelling remise is, weigert hij deze en verliest zo onnodig nog een paar partijen. Hij beschouwt het als zijn welverdiende straf en legt zich tijdelijk (ongeveer zes maanden) weer volledig toe op zijn medische carrière.

Naar het einde van het boek (1894) behoort hij al niet meer tot de jonge generatie, en moet zelf aantreden tegen de jeugd - het vergaat hem niet slecht (hij vindt dat zijn partijen uit de tweekamp met Walbrodt tot zijn beste behoren), maar als buitenstaander vinden we het een tikje jammer dat hij zo net Lasker mist - het zou interessant geweest zijn, om zijn commentaren op hun onderlinge partijen te kunnen lezen. Niettemin, ondanks de leeftijd van het boek - een absolute aanrader.

Voor de geinteresseerde lezers: alle partijen zijn te downloaden van lichess. Alleen spijtig dat die partijen het zonder de commentaren van Tarrasch moeten stellen - hij verdient zeker zijn titel van leermeester van de Duitse schakers (Praeceptor Germaniae). Er zijn echter wel studies te vinden waar wel het commentaar uit het boek (in het Duits) is bijgevoegd.